Voor een in verhouding kleine gemeente heeft Zwartewaterland een bijzonder veelzijdig en actief cultureel leven. Veel inwoners nemen deel aan culturele activiteiten, individueel of in verenigingsverband. In onze gemeente zijn betrokken inwoners en creatieve vrijwilligers belangrijk voor het culturele leven. 

De gemeente gaat voor het behouden, versterken en verbinden van het cultuuraanbod en zet daarom in op:

1. Investeren in vrijwilligers

Vrijwilligersorganisaties zijn ons sociale kapitaal en onmisbaar voor het culturele leven in Zwartewaterland. We willen samenwerking stimuleren, uitwisselen van kennis en ervaring mogelijk maken en kleine culturele initiatieven ondersteunen.

2. Cultuur is jong geleerd

Creatief en inventief zijn basiscompetenties voor onze kenniseconomie. Cultuureducatie op de basisschool stimuleert de creativiteit van leerlingen. Ingezet wordt op een jaarlijks cultuureducatieprogramma op alle basisscholen. Lokale cultuuraanbieders worden gestimuleerd hieraan deel te nemen.

3. Bibliotheek als sociaal-cultureel hart

De rol van de bibliotheek in de samenleving is aan het veranderen. Dit komt door een verandering in media- en informatiegebruik. We willen de rol van de bibliotheek als maatschappelijk en cultureel advies-, informatie- en ontmoetingspunt versterken.

4. Erfgoed en evenementen ter versterking van de lokale identiteit

Cultuurhistorie, immaterieel en materieel erfgoed zijn belangrijke pijlers van de lokale identiteit en diversiteit in Zwartewaterland. Naast musea en monumenten (materieel erfgoed) zorgt ook immaterieel erfgoed voor reuring en levendigheid in de kernen. Denk daarbij aan tradities zoals het psalmzingen met de bovenstem in Genemuiden. Of aan culturele evenementen als het W.G. van de Hulst-festival in Hasselt. Ze spelen een belangrijke rol bij de sociale cohesie en als publiekstrekkers vormen zij een economische stimulans.

Het thema cultuur voor afzonderlijke kernen en het buitengebied

U heeft gelezen waar de gemeente op inzet als het gaat om cultuur. Aanvullend hierop hebben de kernen en het buitengebied ook een eigen inzet:

Genemuiden

Genemuiden staat bekend als Tapijtstad van Nederland. Ongeveer 60% van de Nederlandse tapijtindustrie komt uit Genemuiden. Drie eeuwen terug ontstond de mattenindustrie. De Genemuidenaren maakten matten van biezen (gewas). De mattenindustrie groeide, door de biescultuur aan de Zuiderzee. In de 20ste eeuw ging men over op de productie van kokosmatten en vanaf de jaren zestig maakt de industrie gebruik van nylon en wol. 

Topwerklocatie: tapijtcluster Genemuiden 

In 2018 heeft de Provincie Overijssel de tapijtbedrijven in Genemuiden en Hasselt aangewezen als topwerklocatie. Topwerklocaties zijn locaties die zich niet alleen richten op een stad of regio. De locaties spelen ook (inter)nationaal een belangrijke rol. Hierdoor dragen deze locaties bij aan de ontwikkeling van de economie in de regio. De benoeming als topwerklocatie versterkt de tapijtindustrie zelf maar kan ook de positie van Het Tapijtmuseum versterken. Het museum als ‘visitekaartje’ van de tapijtindustrie.

Immaterieel erfgoed speelt belangrijke rol in Genemuiden

Rampen als overstromingen, oorlogsgeweld en verwoesting door brand zijn bepalend geweest voor de ruimtelijke structuur van Genemuiden. Hierdoor heeft Genemuiden nu in verhouding weinig oude gebouwen en maar twee rijksmonumenten. Daar staat tegenover dat er in Genemuiden wel veel immaterieel erfgoed (tradities, gewoonten, vaardigheden) is. Zoals het psalmzingen met de Bovenstem (opgenomen in het Nationaal Register Immaterieel Erfgoed), het plaatselijke dialect (streektaalevenement Genemuiden Kamerbreed vanaf 2020) en ‘monumenten van gemeenschapszin’ zoals de Grootburgerij, het Provisoorfonds en het Armenfonds Camen.

Hasselt

Ondanks enkele veranderingen heeft Hasselt zijn historische karakter voor een groot deel weten te behouden. De historische binnenstad van Hasselt en zijn verdedigingsgordel zijn in 1982 aangewezen als beschermd stadsgezicht. In de binnenstad bevindt zich een stadsdeel met grote historische waarde: de grachtengordel met de Brouwersgracht, Prinsengracht, Baangracht en Heerengracht. Dit deel van de stad ontleent zijn ‘belevingswaarde’ vooral aan de grachten, kades en monumentale panden.

Hasselt rijk aan monumenten, religieus en industrieel erfgoed

In totaal kent de binnenstad ruim 70 rijksmonumenten. Ook wat betreft het religieus erfgoed heeft Hasselt een aantal bijzondere monumenten zoals de Grote of Stephanuskerk uit de 14de eeuw, het Heilige Geestgasthuis en de overblijfselen van het Mariaklooster aan de Baangracht. De RK-kerk aan het Eiland werd gebouwd in 1933 tijdens het katholiek reveille. De jaarlijkse bedevaart naar deze ‘Heilige Stede’ verwijst naar de van oorsprong middeleeuwse bedevaarttraditie.

Het laatgotische raadhuis in het centrum van de stad dateert grotendeels uit 1550 en werd in 1907/08 door Joseph Cuypers ingrijpend gerestaureerd. Het gebouw symboliseert de macht van het stadsbestuur door voorspoed en welvaart in de handel van de Hanzestad. Tot het industrieel erfgoed behoren het gerestaureerde kalkovencomplex en korenmolen ‘De Zwaluw’ uit 1867. De molen staat aan de Stenendijk, de laatste stenen (Zuider)zeewering die in Nederland bewaard is gebleven. Vanuit het project ‘Hanze & Bedevaart’ wordt in de historische binnenstad van Hasselt het religieus erfgoed beter zichtbaar en beleefbaar gemaakt.

Zwartsluis

De ligging van Zwartsluis aan de monding van het Meppelerdiep en het Zwarte Water had grote betekenis voor de economische ontwikkeling. Door de groeiende scheepvaart ontstonden er scheepswerven, zeilmakerijen en touwslagerijen. Vooral de handel en doorvoer van turf uit de Noordelijke provincies maakten van Zwartsluis een welvarend dorp. Pas in de periode van de industrialisatie ontwikkelde Zwartsluis zich sterk. Doordat er weinig grond beschikbaar was, gingen wonen en werken in Zwartsluis lange tijd samen. Het industriële erfgoed is daarom nog steeds duidelijk te zien in Zwartsluis.

Zwartsluis had in militair opzicht strategische waarde. Dit kwam door de goede ligging aan water- en landwegen. Daarom werd er in de 16e eeuw een schans aangelegd. Die was bedoeld als militaire versterking om de toegangswegen tot het Noorden te beschermen. Van deze verdedigingswerken is helaas niets meer terug te vinden. In De Sluuspoort zijn de Bibliotheek, Museum Schoonewelle en het toeristisch informatiepunt te vinden. Sluuspoort heeft daarmee een belangrijke functie als advies-, informatie- en ontvangstlocatie. 

Kamperzeedijk

De polder Mastenbroek is in de late middeleeuwen geschikt gemaakt voor bebouwing. Kenmerkend zijn de grote open ruimten, het regelmatige patroon van wegen en weteringen en boerderijen op huisterpen. De polder heeft een belangrijke cultuur-historische waarde als een zeldzaam en vroeg voorbeeld van veenontginning in de Middeleeuwen.

De bijzondere waarden van de polder staan beschreven in de nota ‘Polder Mastenbroek, beschrijving van de ruimtelijke kwaliteit’. Deze nota is in 1997 door Het Oversticht opgesteld. In deze nota is de polder Mastenbroek samen met polder de Pieper, de Zuiderzeepolder opgenomen op de Cultuurhistorische Waardenkaart van Nederland. Inmiddels is de polder Mastenbroek aangewezen als Nationaal Landschap IJsseldelta. Mastenbroek is de enige polder in Nederland met een eigen parfum: L’essence de Mastenbroek. Het Stoomgemaal aan de Kamperzeedijk heeft het plan om de komende jaren een grotere rol te spelen als ontvangst- en informatiecentrum.

Buitengebied

Zwartewatersklooster:

In 1233 werd door bisschop van Utrecht vlakbij Hasselt een vrouwenklooster gebouwd om zijn voorganger Otto II te herdenken. Bisschop Otto II was zes jaar eerder gesneuveld tijdens de slag bij Ane. Het vrouwenklooster kende verschillende namen, maar werd later ‘nigra aqua’ (zwarte water) genoemd. Het was van groot belang voor de ontwikkeling van het gebied in de huidige gemeenten Zwartewaterland en Staphorst. Door de reformatie (kerkelijke hervorming) raakte het klooster in verval. Later zijn de huizen en schuren die daarvoor in aanmerking kwamen tot boerderijen ingericht. Van het klooster bleef bijna niets bewaard. Alleen het kerkhof is gebleven, deze is nog in gebruik voor het buurtschap ‘Zwartewaterklooster’. 
De plek waar het klooster heeft gestaan werd in 1974 op de lijst geplaatst van archeologische monumenten van nationaal belang. Er zijn plannen om bij het klooster een kennis- en informatiecentrum in te richten. Hiermee wordt de bijzondere cultuurhistorie van de locatie voor een breed publiek toegankelijk. Daarbij wordt ook de verbinding gezocht met de ontwikkelingen rondom het gebied De Oldematen, Het Hooibergenmuseum en De Veldschuur. Voor de realisatie van projecten zal de afstemming en samenwerking met de gemeente Staphorst worden gezocht.